Archive for juni, 2008

Gedichten

juni 9, 2008

LEES MEER POEZIE EN PROZA IN DE BUNDELS VAN LAURENZO ZICHORIAS, ONDER K-NUMMERS OPVRAAGBAAR OP DE OUDE TURFMARKT TE AMSTERDAM (VOORHEEN IN EEN BIBLIOTHEEK)

 

 

 

 

 

GEWONE DINGEN

 Waterdruppels kletterden

Ergens boven, het leek buiten

Een flinke regenbui?

Nee, de wasmachine van de buren

 

Twee meisjes op de stoep

Hand in hand, de een wat jonger

Gewoon een mama met haar kind

Onze leeftijd speelt ons parten

 

Vrouwtje tilt hondje uit mandje

Morrelt dan aan fietsslot

Vrouwtje, doe dat toch andersom!

Straks is hondje foetsie

 

(25-5-08)

 

 

 

ORKAAN VAN ONRECHT

(over de Schiedamse parkmoord; bewerking van Hurricane, Bob Dylan 1975; uitgevoerd door de Zichorias Band in de Havelaar, 25-3-2006)

 

Kinderkreten klinken uit het struikgewas

Maikel strompelt trillend naar de straat

Ontredderd na de brute gruweldaad

Waarvan hij net getuige was

Dit is het verhaal van wat gebeuren kan

Met een eenzaam en onschuldig man

Veroordeeld tot 18 jaren cel

Tot wegkwijnen in een hel

Dan is het recht niet meer dan een spel

 

Maikel wordt gevonden door een man

Kees Borsboom is zijn naam, een schuchter tiep

“Jongen rustig maar, zeg het dan

Je kunt me vertrouwen, ik ben een kindervriend”

Maikel stamelt door z’n tranen heen

“Oh hij was zo eng en zo gemeen

Hij schopte en sloeg en wilde me dood

Ik sloeg terug maar hij was te groot

En m’n meisje, ze was in nood”

 

Kees volgt Maikel en vindt de plek

Daar ligt Nienke’s lijkje in het zand

Hij gaat bijna over zijn nek

Door afschuw wordt Kees overmand

Nienke’s hoofd is één grote wond

En als hij weer bij zinnen komt

Grijpt hij meteen z’n telefoon

Belt de politie en zonder schroom

Vertelt hij alles op heldere toon

Intussen fietst een eindje verderop

De dader weg, bij de politie bekend

Hij veegt ’t bloed van z’n vingertop

Het is Wik H., een zedendelinkwent

Drie getuigen zeggen na enige tijd

Als het signalement is verspreid

“We hebben die vent gezien

Het moet hem zijn, deze tip is clean

Hij had een fiets en haast voor tien”

 

Een dag later in het mortuarium

Vertelt Lena aan een kollega-agent

“Ik weet wie het deed, ik zweer je het is ‘m

Hij voldoet helemaal aan het signalement

Het is Wik H., een vriend van m’n broer”

Ze geeft naam en adres aan het rechercheteam door

Zelfs foto’s uit het politie-archief

Ze zeggen “bedankt Lena, je bent lief”

En gooien de hele troep weg, ze vinden haar naïef

 

De politie vindt vanaf het begin

Kees en Maikel samen een verdacht stel

“Bij apart verhoor” brengt een inspekteur in

“Slaan ze door, zo lukt het ons wel”

En ze voelen Maikel aan de tand

Schreeuwen hem toe “Nienke had al iemand

Je was jaloers en schopte haar

En je sloeg zo hard je kon, maar

Het lukte niet, je bent pas 11 jaar”

 

 

 

Maikel weet niet wat hem overkomt

Hij vindt bij zijn ouders enige troost

Ze beseffen de waarheid uit de volksmond

Dat fascisten bevolken de politiebureaux

En Kees is allang geen getuige meer

Het licht in zijn cel dooft niet 1 keer

Ze houden hem zolang zonder slaap

Dat uitgeput als een opgejaagde aap

Hij geen moed meer bij elkaar raapt

 

“We weten dat je van kindertjes houdt

Volgens Maikel ben je stiekem en laf

Je vergreep je aan Nienke en maakte haar koud

Maar als je bekent, krijg je minder straf”

En Kees door het getreiter uitgeteld

Weet niet wat hij doet als hij om de bewaker belt

“Ja, ik deed het, een wit T-shirt

Sloeg ik om Nienke’s hals en wurgde haar

Daarna was Maikel aan de beurt”

 

Ze gaan weer met Maikel aan de gang

“Jongen, lieg niet tegen oom agent

We weten heus al weken lang

Dat jij een heel raar jochie bent

Van jouw verhaal geloven we niets

Over een vreemde man op een fiets

Een verhaal dat pas klopt

Als je vertelt waar hij het heeft verstopt

Dat witte T-shirt waarmee je ons fopt”

 

 

 

Maar Maikel houdt voet bij stuk

Moedig zoals hij hen de les leest

“Het was een veter en geen T-shirt

En de dader leek echt niet op Kees”

De schoften weten zich nu geen raad

“Dat joch verpest het, gooi ‘m op straat

En vergeet alles wat hij heeft gezegd

Anders vergaat het nog heel slecht

Met onze zaak en de loop van het recht”

 

In het proces krijgt Kees geen enkele kans

De officier liegt er dapper op los

Bettina Edelhauser is heel wat mans

Op haar wangen geen spoor van een schaamteblos

“Er waren geen getuigen in de buurt

Z’n bekentenis klopt en ik eis een duur

Van 18 jaar cel met TBS”

En de rechter, nauwelijks bij de les

Volgt haar als een gek met een IQ van zes

 

Bijna 5 jaren gaan voorbij

Kees Borsboom verkommert, maar Wik H.

Krijgt berouw en zegt “stoppen jullie mij

In het gevang, vraag maar aan m’n ma”

Maar een ander boosaardig officier

Mevrouw Stuyt, het doet haar geen zier

Als iemand onschuldig lijden moet

Ze zegt dan dat ze niets doet

Met Wik’s bekentenis, z’n advokaat hoort het goed

 

 

 

Kees vraagt om herziening bij de Hoge Raad

Het Openbaar Ministerie houdt alles geheim

Ook Wik’s DNA-spoor na de daad

En het vonnis blijft dus overeind

Dit is het verhaal van wat gebeuren kan

Met een eenzaam en onschuldig man

Veroordeeld tot 18 jaren cel

Tot wegkwijnen in een hel

Dan is het recht niet meer dan een spel

 

De vuile heksen in hun mantels van bont

Het leer van jeeps en Jaguars onder hun kont

Stuyt en Edelhauser, een wrede grijns op de mond

Feliciteren elkaar hands free “ons zaakje is rond”

Voorbij is het verhaal van een onschuldig man

Als de waarheid klinkt in het land

De allergrootste boevenkliek

Draagt petten, toga’s, een satanstuniek

Ze zijn verdorven en zo ziek

 

(december 2005)